Seniorendag 2 juni 2011.
 

Ook op deze 13e keer was de zaal goed gevuld met belangstellende Harmelenaren. Hennie Koppers memoreerde het overlijden van het comitélid Gerri tvan Muiswinkel en het definitieve afscheid van Herman Brundel, de man vanS.C.H., fanatiek elftalleider en grensrechter, waarbij hij met zijn vlaggetje meer binnen dan buiten de lijnen liep en werd vaak de twaalfde man in het veld genoemd. Theo en Truus van Dam werden in het zonnetje gezet als S.C.H.-iconen, want zij brachten Herman overal heen, maar Hennie maakte gelijk gebruik van de mogelijkheden bij het ontstaan van zijn klachten, hem netzo te willen begeleiden. Hennie ging nader in op het overlijden van Gerrit van Muiswinkel, een goede vriend en keeper in het jeugdelftal. Hij keek terug op de afscheiddienst in de overvolle kerk, waarbij Gerrit's dochter Esther vertelde: Lachen kon Pa als de beste en dan vooral om zijn eigen grappen. Hij ging ook nooit graag ver van huis op reis en zei: Als het effe kan wil ik de Dom wel een beetje in zicht houden. Ton van Schaik is bereid gevonden de plaats van Gerrit in te nemen en werd met een hartelijk applaus welkom geheten. Dan waren er dit afgelopen jaar veel jubilarissen waaronder comitélid Cor van der Lit met "De Gouden Zonnebloem"; Jan van Eck 60 jaar getrouwd, Jan van Breukelen en Corrie 50 jaar getrouwd en tot slot het comitélid Frans van de Poll en zijn José in september ook 50 jaar. Hennie ging op deze laatste jubilaris verder in want hij kende Frans al jaren, ook als een beetje familie en wist met zijn verdere belevenissen met Frans op zoek naar vrouwelijk schoon, zijn kennismaking met José,  de lachers op zijn hand te krijgen, vooral met het bekendmaken van de hilarische wijze waarop hij José aan Frans "over deed". Het verhaal van "Picknicken in het bos van Huize Harmelen" was ook om te smullen. Met Jan Veelust en Henk Loodkoper, als verzonnen namen, vertelde Hennie het verhaal van recreëren in de buitenlucht en wel met ieder zijn natje en droogje op dezelfde plek in de natuur. Jan Veelust had van zijn lieve moeder twee gekookte eitjes meegekregen. Nou is er een Brabantse Bisschop geweest met de stelling: als je honger hebt en geen geld mag je eventueel een brood stelen. Wij hadden honger, ook geen geld, maar we hadden wel brood, alleen weinig beleg. Een kraaiende haan van de dames Six achter de maalderij bracht ons op een idee: waar een haan, is zijn kippen en waar kippen zijn, zijn eieren,;maar een afgesloten hek deed ons de moed in de schoenen zakken. Een openstaand kelderraam met in het zicht een mandje met eieren en een stukje touw met een haakje en de eieren waren binnen. Nadat op de picknickplek de etenswaren waren uitgepakt en verorberd, had Hennie zijn twee eitjes opgeborgen in het borstzakje van zijn overhemd. Na een nogal pittige mop welke er op neer kwam dat alle familieleden homo waren, bleek dat niemand met een vrouw naar bed ging, waarop werd geantwoord: wel mijn zuster. Hierop Jan Veelust zo moest lachen en met de vlakke hand een klap op mijn borst gaf en riep"dat was een goeie" en Hennie wijzend op de eierstruif uit zijnborstzakje zei: dat is helemaal geen goeie!

Het bleef nog lang onrustig in de zaal en zeker zal het volgend jaar weer menig belangstellende Harmelenaar naar Stelling trekken!


Maak een gratis website Webnode